Onderwijsaanbod
A-stroom en B-stroom
In het Vlaamse onderwijs spreken we in de eerste graad van een A-stroom en een B-stroom. We spreken nog niet over onderwijsvormen aso, bso, tso, kso. Dat is pas vanaf het derde jaar secundair onderwijs.
In onze middenschool richten we zowel een A-stroom als een B-stroom in. Alle basisschoolverlaters zijn welkom; we bouwen verder op wat verworven is in de basisschool.
De A-stroom is de logische verderzetting van de basisschool. Leerlingen met leerachterstand begeleiden we via een individueel traject in de B-stroom. In de B-stroom zijn de leerinhouden ook concreter.
Het voortbouwen op de verworven competenties in de basisschool gebeurt voornamelijk via de vakken in het basispakket. Er is een kleiner gedeelte – het oriëntatiepakket – dat jongeren uitdrukkelijker wil voorbereiden op een positieve studiekeuze nà het tweede jaar.
In 1A en 1B onderscheidt men dus telkens basisvorming/basispakket en een keuzegedeelte/oriëntatiepakket.
Oriëntatiepakketten (basisopties)
Het voortbouwen op de verworven competenties in de basisschool gebeurt voornamelijk via de vakken in het basispakket. Er is een kleiner gedeelte – het oriëntatiepakket – dat jongeren uitdrukkelijker wil voorbereiden op een positieve studiekeuze nà het tweede jaar.
De wetgever spreekt in het eerste jaar over basisvorming en een keuzepakket en in het tweede jaar over basisvorming en een basisoptie (A-stroom) of beroepenvelden (B-stroom). Vanaf 2018 zal zowel in de A- als in de B-stroom het woord basisoptie worden gebruikt.
In 1A en 1B onderscheidt men dus telkens basisvorming/basispakket en een keuzegedeelte/oriëntatiepakket.
In onze school vertaalden we dit in drie oriëntatiepakketten:
1. Klassiek (Latijn)
2. Verkennend
3. Concreet (B-stroom)
In onze middenschool omvat elk onderwijsaanbod dus 3 onderdelen:
1. Een basispakket – keuze tussen A- of B-stroom. Hier ligt de focus op het verwerven van sleutelcompetenties.
2. Een oriëntatiepakket – keuze tussen verkennend of klassiek (A-stroom), of concreet (B-stroom). Hier ligt de focus op het voorbereiden op latere studiekeuzes.
3. Een talentuur (halfjaarlijkse keuze tussen meer dan 20 activiteiten). Focus op het ontdekken van eigen talenten.
We hanteren dezelfde begrippen voor de A- en de B-stroom; voor het eerste én het tweede jaar secundair onderwijs.